“We maken van niets iets, of van iets, iets anders”

“We maken van niets iets, of van iets, iets anders”

“De afgelopen jaren hebben we geïnvesteerd in de samenstelling van onze teams. In elk team komen verschillende disciplines, specialismen, achtergronden en competenties samen”, vertelt directielid John de Beijer, verantwoordelijk voor Commercie en Projectontwikkeling. “De vastgoedcyclus betreft gebieds- en vastgoedontwikkeling, ontwerpen, engineering, uitvoering, service en onderhoud. We hebben er bewust voor gekozen de totale cyclus te bedienen, zowel in de markt van wonen, als die van commercieel en maatschappelijk vastgoed.” Giesbers Ontwikkelen en Bouwen heeft zich ontwikkeld in de richting van een managementorganisatie met gedegen kennis en een uitgebreid netwerk met samenwerkingspartners en co-makers, die al in een vroeg stadium betrokken worden bij vastgoedvraagstukken.

John: “Op die manier kunnen we opdrachtgevers breed advies geven én we denken daardoor ook een interessante werkgever te zijn.” Paul van Doorn, Senior Planontwikkelaar, voegt toe: “Steeds meer huisvestingsopgaven moeten binnen de bestaande omgeving en beschikbare ruimte opgelost worden. Vastgoed krijgt vaak een nieuwe functie, waarbij de segmenten wonen, commercieel en maatschappelijk vastgoed steeds vaker in mixed use locaties bij elkaar komen.” Hergebruik is an sich al een duurzaam uitgangspunt en daar komen duurzame manieren van creëren bij. Zo gaat Giesbers in Heumen een kerk transformeren naar 17 betaalbare huurwoningen. Een leuke bijkomstigheid is dat Giesbers destijds de kerk ook heeft gebouwd.

Van vastgoed naar ‘losgoed’

Giesbers vindt het haar verantwoordelijkheid om vroegtijdig in te stappen in bepaalde ontwikkelingen binnen de transitie naar een circulaire economie en de daarbij horende strategieën. Zowel technisch als economisch gezien hebben gebouwen een beperkte levensduur. Daarom spreken we tegenwoordig niet alleen van vastgoed, maar ook van losgoed of ‘losmaakbaarheid’. John: “Wordt het einde van zo’n levensduur bereikt, dan gaan we niet letterlijk slopen en vermalen, maar gaan we te werk als in de “kermisbouw”: een gebouw wordt nu zó opgezet, dat delen ervan over 30 à 40 jaar eenvoudig kunnen worden gedemonteerd en elders opnieuw gebruikt worden, of eenvoudig aan te passen zijn aan een nieuwe functie.” Paul: “Deze losmaakbaarheid zie je ook ín gebouwen: de buitenmuren blijven lang goed, maar bijvoorbeeld verlichting gaat veel korter mee. Vervanging van onderdelen moet eenvoudig mogelijk zijn, bij voorkeur in combinatie met hergebruik hiervan.”

Lees hier het hele interview met John en Paul in Arnhem Business.